Kembangan


Je kent het wel. Je zit op een feestje en iemand zegt tegen je ‘ Hee Pencak Silat, is dat niet dat dansen ? ’ , terwijl hij al die heerlijkheden op zijn bord nasi rames door elkaar prakt en in zijn mond propt. Hoewel er honderden technieken tegelijk door je hoofd flitsen om zijn neus te breken, realiseer je je tegelijkertijd dat je het hem toch niet helemaal kwalijk kunt nemen. Veel mensen die pencak silat alleen op demonstraties zien en zich niet verdiept hebben in de vechtkunst denken er hetzelfde over. Soms is echter wat je ziet niet wat je krijgt. Kembangan (spreek uit kembang, ook wel seni of bunga genoemd) – de bloemendans - is een onlosmakelijk deel van het pencak silat en is tijdens de koloniale overheersing van Indonesië zelfs letterlijk gebruikt om te verbloemen dat hetgeen ze deden eigenlijk een krijgskunst was, in die tijd ten strengste verboden.
Kembangan is van oudsher ontworpen om de beheersing van het pencak silat te tonen. Op sommige gelegenheden werd het gebruikt als ritueel offer aan gurus, geesten, goden en hogere machten. De pesilat (beoefenaar van het pencak silat) met de meeste finesse in zijn spel, de meeste controle over zijn lichaam en de beste mentaliteit werd gezien als een groot krijger. Volgens sommige Silat meesters is het de kembangan zelf die de pesilat leert vechten. De dans kenmerkt zich door de uitbeelding van archetypen zoals goden en dieren. De pesilat leert zich te vereenzelven met de archetypen en neemt daarbij hun eigenschappen over. Kembangan leert flow en zelfexpressie. Het helpt de pesilat finesses en subtiliteit te ontwikkelen in hun spel. In de Kembangan beweeg je je op een subtiele en vloeiende manier door verschillende gevechten. De pesilat gebruikt timing, balans, strategie en verschillende mentale toestanden om de tegenstander te imponeren, hypnotiseren en uit te schakelen.